Portretreeks religie in internationale samenwerking: “Ik wil werelden met elkaar verbinden”

Hoe laten ontwikkelingsprofessionals zich inspireren door de Bijbel? Voor vakblad Vice Versa, journalistiek platform over internationale samenwerking, maakte ik een portretreeks over de betekenis van religie. Ik interviewde Eelco Fortuyn (Fairfood International), Caroly Houmes (International Justice Mission), Roos Lombo (Stichting Oikos) en Femke van der Biezen (Mensen met een Missie).


 

“Ik wil werelden met elkaar verbinden”

DSC_0161

 

Wat betekent het geloof voor mensen die binnen de ontwikkelingssamenwerking werkzaam zijn en op welke manier laten ze zich erdoor inspireren? Voor Femke van den Biezen gaat het er om zich verbonden te voelen met iedereen die zich wil inzetten voor het goede. ‘Het geloof brengt hoop en liefde van God, die er voor alle mensen is.’

In het kantoor van Mensen met een Missie in Den Haag ontmoet ik de kersverse projectcoördinator van de afdeling Marketing en Communicatie. Sinds september jongstleden is Femke van der Biezen hier aan de slag en enthousiast vertelt ze over haar werkreis naar India. Ze vertrekt over een week en gaat er speken met sterke lokale mensen die iets goed doen voor hun gemeenschap.

Femke is 34 jaar en opgegroeid in een katholiek gezin in het dorp Puttershoek, in de Hoeksche Waard. Bidden voor het eten was altijd belangrijk, nu geeft ze daar anders vorm aan. ‘Bidden is dingen toevertrouwen, dingen kwijt kunnen, en dat gebeurt vaker spontaan dan op een vast tijdstip.’ Wat het geloof haar geeft is voor Femke duidelijk, maar ze kiest haar woorden zorgvuldig. ‘Het geeft me een soort basisvertrouwen dat ik gewenst ben. Dat ik geliefd ben. Het idee dat er iemand is die met me mee gaat in mijn leven. Die is er altijd. En zo heeft God alle mensen evenveel lief. Precies dát geeft me het gevoel van verbondenheid met alle mensen.’ Geen bepaalde Bijbelpassage, maar het gebod van naastenliefde is voor Femke de belangrijkste inspiratiebron.

Vanuit het geloof is Femke zich er altijd van bewust dat ze alles heeft wat ze nodig heeft en dat er mensen in de wereld zijn die dat niet hebben. ‘Dat ik hier geboren ben, met allerlei kansen, daar heb ik niks voor gedaan, het is puur toeval. Mijn geloof zegt me dat ik een verantwoordelijkheid heb om mijn talenten in te zetten voor het goede.’

De verbondenheid en naastenliefde komen ook terug in wat Femke ziet als haar missie in haar leven én werk: bruggen bouwen. ‘Dat is misschien mijn talent.’ Inmiddels wonend in Den Haag, werkt ze nu voor Mensen met een Missie aan een project om mensen uit Nederland heel direct in contact te brengen met mensen in het Zuiden. ‘Ik sla bruggen naar lokale, sterke personen, echte parels met een missie. Zij die een positief geluid laten horen. De betrokken Nederlanders moeten dat geluid dan hier verspreiden met hun verhalen.’ Het is eenzelfde gedachte als waarmee de vroegere missionarissen op reis gingen, ‘om werelden met elkaar te verbinden. Zij hebben de aarde een stukje kleiner gemaakt. Dat vind ik erg mooi.’

Ook hoop is een belangrijke waarde die Femke uit het christendom haalt. ‘Het geloof in hoop en God die ons niet in de steek laat. God is dáár waar mensen zich voor het goede inzetten. En in dat goede zit een… kracht! Die zou je God kunnen noemen. Mensen met een Missie gaat ook op zoek naar waar hoop is, zelfs in veel ellende.’ En hoe zit het daar waar geen hoop meer is, maar enkel geweld en hopeloosheid? Is God ook daar? ‘Dat is een wezenlijke maar ingewikkelde vraag: waarom is er lijden? Het stijgt uit boven menselijke dimensies, maar zelf denk ik dat God ook daar, of misschien wel juist daar is.’

In de Bijbel leest Femke ook soms over gruwelen en lijden die de medemens aangedaan worden, wat ‘rechtvaardig’ zou zijn. ‘Dat is iets waarover ik vragen heb. Maar ik probeer het te zien in de historische context waarin het is geschreven. De Bijbel is mensenwerk. Je kunt het bestuderen als feitelijke waarheden, of als inspiratiebron gebruiken. Dat laatste doe ik. De kern is: God is liefde en hij wil dat wij als broers en zussen met elkaar omgaan.’